Waar denk je aan bij cultureel erfgoed? Misschien De Zonnebloemen van Van Gogh, de monumentale Molen om de hoek of wellicht houten klompen? Dit zijn voorbeelden van typisch Nederlands cultureel erfgoed. Uiteraard omvat cultureel erfgoed nog veel meer, zoals opgravingen, archieven, beschermde stadsgezichten en landschappen. Maar ook gebruiken, waarden, normen, rituelen en verhalen maken er deel van uit.
Al deze verschillende uitingen van cultureel erfgoed kunnen overweldigend zijn en maken het wellicht lastig hier iets mee te doen in de klas, want wat moet je kiezen en waar moet je beginnen? De kerndoelen voor cultuureducatie, en daarmee cultureel erfgoed, zijn geformuleerd als streefdoelen. Er is dus geen lijst van erfgoed dat afgevinkt moet worden. Het wordt aan de scholen zelf overgelaten wat behandeld wordt. Zo’n lijst zou wellicht een hoop uitzoekwerk en tijd schelen. Maar tegelijkertijd is het ook prettig dat je als leerkracht of icc’er zelf op zoek kan naar cultureel erfgoed uit de directe omgeving, dat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen in jouw klas of school.
Inzoomen
Erfgoed komt op allerlei niveaus voor. Bijvoorbeeld het werelderfgoed dat van universele waarde voor alle mensen op de wereld wordt gezien. Maar je kunt ook helemaal inzoomen op het erfgoed in de directe omgeving. In dit artikel nemen we erfgoededucatie op het meest lokale niveau onder de loep - binnen de eigen familie en de schoolomgeving - en kijken we naar hoe het kan aansluiten bij de belevingswereld van het kind.
Erfgoed in de omgeving van de school
Een invalshoek die het onderzoek naar cultureel erfgoed kan stimuleren, is het cultureel erfgoed in de directe omgeving van de school. Denk bijvoorbeeld aan een oude molen, een monumentaal pand, een historisch plein, een opgegraven voorwerp of een lokale feesttraditie. En wie weet, misschien is zelfs het eigen schoolgebouw wel cultureel erfgoed.
Kritische nieuwsgierigheid
Leerlingen hebben een mening over de omgeving waar ze in leven. Over wat zij belangrijk, onbelangrijk, waardevol of onaangenaam vinden, over wat ze willen bewaren of liever zien veranderen. “Wat vind je van het schoolgebouw?”, “Wat is je lievelingsplek binnen de school?” “En waar kom je liever niet?” Deze ‘kritische nieuwsgierigheid’ kan een prima uitgangspunt zijn voor omgevingsgericht erfgoedonderwijs. Het leert de leerlingen met andere ogen naar hun omgeving te kijken en maakt hen betrokken bij het cultureel erfgoed om hen heen. Zo spreekt het niet alleen tot de verbeelding, maar raakt het echt de belevingswereld.
Erfgoed binnen de eigen familie
Maar we kunnen nog verder inzoomen: gebruiken, tradities en voorwerpen binnen de eigen familie van het kind kunnen namelijk ook prima als startpunt genomen worden voor een verkenning naar cultureel erfgoed. Denk aan de pijp van opa op de schouw, het recept van de boterkoek van grootmoeder of natuurlijk het familiealbum. Het fotoalbum is een heel tastbaar voorbeeld van cultureel erfgoed en geeft vele aanknopingspunten om het gesprek aan te gaan met ouders, grootouders en andere familieleden. Vragen als “Wie is dat?” en “Op welke plek is deze foto genomen?", zijn vaak al een goed startpunt voor een verhaal dat misschien nog nooit verteld is.
De kracht van erfgoededucatie
Door deze verhalen krijgt het kind een beter beeld van zijn eigen omgeving en misschien zelfs wel van zijn eigen identiteit. Zo kan de leerling zichzelf beter plaatsen in verhouding tot het heden en het verleden. En hier ligt nu net de kracht van erfgoededucatie. Want naast een einddoel (leren over een specifiek stukje erfgoed), is het ook een middel.
Door het verhaal achter die pijp, boterkoek of dat fotoalbum, geeft cultureel erfgoed de leerlingen concrete handvatten waarmee ze het onderzoek naar zichzelf kunnen vormgeven. Zo raakt hun rugzak langzaam gevuld met ervaringen en tools die hen helpen bij het vormen van hun identiteit. Hier kunnen ze gedurende hun hele leven op teruggrijpen. Zo sluit cultureel erfgoed niet alleen aan bij de belevingswereld, maar wordt het een wezenlijk onderdeel van die belevingswereld.
Uitzoomen
Het mooie van deze lokale aanpak is dat de verbinding met het cultureel erfgoed binnen de familie of in de schoolomgeving niet ophoudt als de les klaar is of het project is afgerond. De leerlingen blijven er ook buiten de school mee bezig wanneer ze in het familiealbum bladeren of langs het behandelde stuk erfgoed fietsen in de buurt.
Nu de leerlingen vertrouwd zijn geraakt met het cultureel erfgoed in hun directe omgeving, kan er ruimte ontstaan voor het verbreden van de scope voor erfgoed dat letterlijk en figuurlijk verder weg ligt. Door de leefwereld waarmee de kinderen zelf het meest vertrouwd zijn als startpunt te nemen, kunnen ze stapje voor stapje verder uitzoomen en zich openstellen voor nieuwe informatie en zo hun referentiekader verbreden.